Inleiding
Met kleine oogjes stappen we vroeg in de ochtend op de trein richting Antwerpen om nog vlug over te stappen in Berchem op de trein richting Brugge. Klokslag 10u arriveren we in het station van Brugge. Nog even de nodige vraagjes stellen aan het infoloket en daarna vlug rennen naar de juiste bus die ons zal afleveren aan de Sint-Salvatorskerk, volgens de loketbediende zo’n 5 minuutjes stappen tot het Hospitaalmuseum in de Mariastraat.
De mannelijke loketbediende had er blijkbaar geen rekening meegehouden dat bus 3 ons pal voor de deur van de Zara, Vera Moda en nog vele andere verleidelijke winkels dropte. De aangekondigde 5 minuten werden al snel een uur.
Iets na elf uur stonden we, gewapend met een zakje chocolaatjes uit één van de vele authentieke chocolatiers, voor de ingangspoort van het Memlingmuseum waar momenteel de tentoonstelling “Van chirurgijns tot pestheiligen” plaatsvindt.
Brugge
Brugge, ook wel het Venetië van het noorden genoemd, is door zijn goed bewaard middeleeuws stadscentrum als het ware één groot openbaar museum. Het historische centrum is dan ook opgenomen op de werelderfgoedlijst van de UNESCO. (De Werelderfgoedlijst is een lijst met Werelderfgoed samengesteld door de Commissie voor het Werelderfgoed van UNESCO op voordracht van de aangesloten landen.)
Dit historische karakter weerspiegelt zich natuurlijk ook in het grote aantal musea in de stad.
HOE ZIET DE STAD ERUIT?
Brugge is een bijzondere stad. Als je door Brugge loopt, lijkt het net of je in de middeleeuwen bent. Er staan namelijk nog veel oude gebouwen, zoals kerken, burchten en huizen. Er staan mooie grote huizen van rijke kooplieden, maar ook kleine huizen van hardwerkende ambachtslieden. Brugge heeft veel kronkelige straatjes en er lopen een aantal oude kanalen door de stad, met bruggen en kades.
Die kanalen werden vroeger voor de handel gebruikt. Er zijn ook nog delen van de vesting en middeleeuwse stadspoorten: vier van de zeven stadspoorten zijn bewaard gebleven. Een bekende en oude plek in Brugge is het Minnewater. Dat is een ingedamd meer, dat vroeger werd gebruikt voor de handel. Later werd het vast een plek voor verliefde paartjes: ‘minne’ is een oud woord voor liefde.
WAT IS ER NOG MEER TE ZIEN EN TE DOEN?
In Brugge is veel te zien. Je kunt ook musea bezoeken. Zo kun je in het Museum voor Volkskunde nog meer in de stemming komen van de middeleeuwen. Je kunt er oude werkplaatsen bezoeken zoals een schoenmakerij, een hoedenmakerij en een suikerbakkerij. Ook is er een oud schoolklasje en een herberg. Die zijn zo goed mogelijk nagebouwd. Brugge heeft een hoge toren, die de Belforttoren heet. Als je de 366 treden beklimt, kom je langs een schatkamer, het indrukwekkende uurwerk van de klok en een beiaard met 47 klokken. Vanaf de toren heb je een uitzicht over de stad en de omgeving. In het museum voor archeologie zijn voorwerpen uit de vroegste geschiedenis van Brugge te bewonderen.
Het Memlingmuseum
Het Oud Sint-Janshospitaal is een gebouwencomplex in het centrum van Brugge. Het middeleeuwse ziekenhuis doet nu dienst als museum ("Memling in Sint-Jan"); het gebouw dat in de 19de eeuw als ziekenhuis fungeerde, wordt onder meer gebruikt voor beurzen, evenementen, congressen e.d..
Het middeleeuwse Sint-Janshospitaal was ooit de grootste stedelijke instelling voor zieken, armen en behoeftigen. De broeders en zusters die er werkten, lieten heel wat verhalen, gebruiksvoorwerpen en kunstwerken na. Deze zijn nog steeds bewaard op dezelfde plek. Meubilair, schilderijen, beeldhouwwerk en allerlei toegepaste kunsten zijn tentoongesteld in een gebouw dat op een geschiedenis van 800 jaar kan terugblikken. Een apotheek met kruidentuinen en naslagwerken over geneeskunde maken de collectie af.
In de hospitaalkapel van het middeleeuwse Sint-Janshospitaal gaat alle aandacht naar de schilderkunst van Hans Memling.
Deze schilder uit de 15de eeuw maakte zijn belangrijkste meesterwerken, zoals het beroemde Ursulaschrijn, voor het Sint-Janshospitaal.
Maar wie was Hans Memling nu eigenlijk?
Hans Memling
ca. 1433 - 1494
Duits-Vlaams kunstschilder, geboren in Seligenstadt (Hessen), overleden in Brugge. Hij is ook wel bekend onder de namen Jan van Mimmelynghe, Johannes Memmelinc of Memlinc.
Memlings geboortedatum is niet bekend, zeker is alleen dat het uiterlijk in 1440 was. Hij was aanvankelijk in de leer bij een Keulse meester; op grond van stijlovereenkomsten wordt verondersteld dat dat Stefan Lochner is geweest. Vervolgens, tussen ongeveer 1455 en 1460, zou Memling in Brussel in de leer zijn geweest bij Rogier van der Weyden. Ook hier ontbreken officiële documenten en gaat men vooral af op stijlovereenkomsten. Wel schreef de vooraanstaande 16e-eeuwse kunstenaarsbiograaf Vasari dat Memling een leerling was van Van der Weyden.
Vanaf 1465 (Van der Weyden overleed in 1464) woonde Memling met zekerheid in Brugge. In dat jaar werd hij namelijk ingeschreven in de Poortersboeken van de stad. Hij dreef er een succesvol atelier en werd een van de rijkste burgers van de stad. Ergens in de jaren 1470 trouwde hij met Tanne de Valkenaere († 1486), met wie hij drie kinderen kreeg. Ze woonden in een pand dat groot genoeg was om ook onderdak te bieden aan enkele leerlingen.
Zijn eerste belangrijke opdracht kreeg Memling van de vertegenwoordiger van de Florentijnse De' Medici-familie in Brugge, Angelo Tani. Dit Laatste Oordeel (1467-71) zou uiteindelijk in Polen belanden. Memling kreeg vooral opdrachten van religieuze instellingen, waaronder het Sint-Janshospitaal, en van de gegoede burgerij. Vooral Italianen waren gecharmeerd van zijn portretten, waarvan hij er dan ook veel vervaardigde.
Net als Van der Weyden plaatste Memling zijn portretten vaak tegen een landschap als achtergrond. Ook gebruikte hij doorkijkjes door architectonische elementen als ramen en poorten om diepte te scheppen. In veel van zijn religieuze werken plaatste hij de figuren in een driehoek, een andere manier om perspectief toe te passen.
Memling wordt gerekend tot de Vlaamse primitieven, de vernieuwende stijlbeweging van Jan van Eyck, Rogier van der Weyden en Hugo van der Goes. Omdat zijn werk veel op het hunne lijkt, wordt hij door hedendaagse kenners vaak afgedaan als weinig origineel.
In de jaren 1480 verliest Brugge de belangrijke handelspositie, en loopt het aantal opdrachten voor schilders als Memling terug. Bij zijn dood in 1494 is hij weliswaar een beroemd en gevierd kunstenaar, maar niet rijk genoeg om een plek in de Sint-Gilleskerk te kunnen betalen. Memlings stoffelijk overschot moest het stellen met een plek op het kerkhof, maar zijn kunstwerken hangen tegenwoordig in vooraanstaande musea
Bron: Encarta
Tentoonstelling
De geneeskunde evolueert sneller dan ooit tevoren, maar eeuwen geleden was het anders. Dokters en chirurgijnen, zusters en apothekers probeerden krampachtig en met beperkte middelen hun medemens een beter leven te geven, te genezen of in het ergste geval een zachte, pijnloze dood te laten sterven. De wereld van chirurgijnen, medici, barbiers en kwakzalvers, de wrede dood ten gevolge van de pest en ook de toenmalige devotie worden levendig verbeeld op de zolders en in de voormalige ziekenzalen van het middeleeuwse Sint-Janshospitaal.
Filips Bernaerts, Het bestuur van het gilde der geneesheren te Brugge, Brugge, 1677
De cultuurhistorische tentoonstelling brengt het verhaal van twee eeuwen zieken- en zielenzorg in de stad Brugge. De expositie omspant een periode van tweehonderd jaar die wordt gekenmerkt door vernieuwing én stagnatie. In de religieuze wereld ontwikkelt zich een dualiteit behoud – vernieuwing die zich ook in de religieuze kunst weerspiegelt. In de ontwikkeling van de medische wetenschappen bemerkt men een gelijkaardige tweespalt. Deze scharnierperiode in de Europese medische geschiedenis, wordt als rode draad van het tentoonstellingsverhaal genomen en op de Brugse situatie geënt.
Anoniem, De anatomische les, Brugge, 1679
Een thematische presentatie van objecten uit de collecties Musea Brugge en externe bruiklenen (culturele instellingen, kerken, privéverzamelingen en musea op lokaal en (inter)nationaal niveau) toont de religieuze en geneeskundige mentaliteitsverandering die zich vanaf de 16de eeuw op Europees vlak manifesteert. De 16de eeuw is een periode van onrust op maatschappelijk vlak en raakt de gevoelige snaar van de religie in Europa. In het humanistische denkpatroon komt de mens in het middelpunt van de belangstelling. Dit weerspiegelt zich ook in het medische denken (onder meer de kennis van de anatomie wordt hierdoor bevorderd). Brugge blijft in de vroegmoderne tijd een intellectueel centrum, beïnvloed door het humanisme.
Toch blijft het zoeken naar de juiste diagnose en behandeling aanleunen bij de medische praktijk van de vorige eeuwen. Aderlaten, purgeren en klisteren, behandelen met kruiden en het vereren van heiligen blijven de hoekstenen van de medische zorg.
Wie zijn de medische actoren? Hoe gaan barbieren, medici, chirurgen, kwakzalvers, vroedvrouwen en apothekers te werk? Wat is de rol van de religieuze wereld? Welke plaats neemt het Sint-Janshospitaal in in de zieken- en zielenzorg te Brugge? De tentoonstelling met bijzonder erfgoed diept deze boeiende aspecten van de Brugse geschiedenis uit.
Bron: persmap
Samenvatting bezoek museum
De tentoonstelling vond plaats in de historische zolders van het Memlingmuseum en bestond uit zeven items/hoeken: zorg; zorgactoren;diagnose;van gissen naar weten;therapie en chirurgie;ziekten.
Zorg:
In deze hoek wordt de hygiëne in Brugge besproken in het tijdperk van de 15 en 16de eeuw. Het stadsbestuur speelt hierin een belangrijke rol. Ze informeren de bevolking, isoleren zieken, potentiële ziekteverspreiders worden geëlimineerd en er worden bijkomende hygiënische voorzorgen genomen.
De aanwezigheid van een uitgebreid moerbuizensysteem garandeert de nodige watervoorziening in de stad. Toiletten en beerputten worden regelmatig gereinigd. Ook de vismarkt wordt wekelijks gespoeld met water om besmetting en stank te weren. Je merkt dus goed dat ze in die tijd ook al bezig waren met hygiëne.
In Brugge werden de eerste gasthuizen of ook wel godshuizen genoemd, opgericht in de 12de eeuw door de rijkere burgers en de stedelijke overheid. In eerste instantie was dit bedoeld voor het eigen armere volk. Het is dus armoede die de mens naar het hospitaal drijft. Pas later gaat men echt zieken opnemen.
In die tijd was er echter ook al sprake van thuiszorg. De gegoede stedelingen laten door de dokter thuis een diagnose stellen. Thuis worden ze dan ook behandeld door een chirurgijn of een barbier. Een bevalling gebeurt thuis met een door de stad erkende en beëdigde vroedvrouw.
Zorgactoren
Sedert de middeleeuwen is de ziekenzorg in handen van een geslaagde groep actoren. Een actor is iemand die een handeling verricht. De medicus prijkt bovenaan op de lijst van de voornaamste medische spelers. De status en financiële inkomsten liggen aanzienlijk hoger dan deze van de zogenaamde manuele actoren. Zij nemen de ziekenzorg letterlijk ter hand. Tot deze groep behoren de chirurgijns, de barbiers en de vroedvrouwen. Deze personen zijn allemaal praktisch geschoold. Ook in deze groep wordt een onderscheid gemaakt. De chirurg laat het kleinste werk, zoals de aderlating, over aan de barbier. Aderlaten is het onttrekken van bloed uit een ader. De veronderstelling daarbij is dat dit een middel is om een ziekte of kwaal te verhelpen.
De barbiers of baardmakers komen, als een natuurlijke verlenging van het scheren, in het domein van de heelkunde terecht. Door de vele wonden en abcessen en het feit dat ze over een scalpel beschikten om te aderlaten, kwamen ze beroepshalve met deze aandoeningen en behandelingen in contact.
In tegenstelling tot medici en dokters studeerden chirurgijnen niet aan de universiteit. Het zijn als het ware niet-academische opgeleide vaklui in de geneeskunde. In die tijd beschikten de chirurgijns nog niet over operatiezalen. Burgers worden thuis geopereerd of in de ziekenzaal van het St.-Janshospitaal.
De medicus is de intellectueel, de theoreticus. Hij heeft een universitaire opleiding genoten. De medicus werkt hoofdzakelijk privé, maar hij staat ook in dienst van de stad. Bij het uitbreken van een epidemie brengt hij advies uit en oefent hij controle uit op de verschillende soorten gezondsheidswerkers.
Sedert de middeleeuwen worden de bevallingen uitsluitend aan vrouwen toevertrouwd. Sommige vrouwen ontwikkelen een handigheid die bijzonder werd geapprecieerd. Met noemt ze vroede vrouwen.
Vroed betekent wijs, ervaren. Deftige families vonden het een eer dat een vroedvrouw tot de familiekring behoorde. De vroedvrouw werd bijgestaan door de achterware, een vrouw uit de buurt, die tijdens de rustperiode na de bevalling de moeder helpt bij het verzorgen van de baby en in het huishouden.
Buiten de stad kwamen er echter weinig of geen van de boven vernoemde actoren aan te pas. Zij moesten het vooral hebben van niet-opgeleide kwakzalvers. Zij pronkten met valse titels. Ze schuimen de markten af waar zij wonderpillen en -zalven verkochten. Ze trokken ook tanden en deden soms spectaculaire ingrepen waarvoor ze helemaal niet bevoegd waren. Zoals bv. het verwijderen van blaasstenen. Zij reisden van stad tot stad, van jaarmarkt tot feestmarkt. In de 16de en 17de eeuw stootten deze kwakzalvers tegen veel verzet.
Diagnose:
De kennis van anatomie gaat dankzij Andreas Versalius met forse schreden vooruit. Andreas Versalius was een Vlaamse arts en één van de grondleggers van de anatomie.
In die tijd stelt de chirurgijn diagnoses aan de hand van het bekijken en betasten van het lichaam.
Het is vooral de universitair geschoolde medicus die zich waagt aan diagnoses. De middelen van de medicus om een diagnose te stellen zijn echter bijzonder schaars. Het gaat om de drie traditionele wijzen die reeds sedert Hippocrates in gebruik zijn. Hippocrates was een Griekse arts en wordt gezien als de grondlegger van de Westerse geneeskunde. Hij baseerde zich louter op zintuiglijke waarnemingen. De lichaamstemperatuur, de kenmerken van de pols en de urine van de patiënt.
Rechts ziet u een tekening van hoe het er aan toe ging in de deze tijd. Het onderzoek was dus vooral een ondervraging door de arts. Hoe zag de patiënt eruit? Vertoont hij/zij letsels of huiduitslag? Voelt de huid warm of koud aan? Enz.
Links ziet u een voorbeeld van een uroscopie. Hier werd de urine in gedaan. Met gebruik van een kleurenschaal kon men diagnoses stellen. Hier werd de term "piskijken" ook wel voor gebruikt.
Sinds de oudheid speelt de astrologie een grote rol bij de diagnose en bij de behandeling van een ziekte. Volgens de astrologie heerst elke planeet en elk teken van de dierenriem over een lichaamsdeel. De zodiakman beeldt dit gegeven uit. De mens wordt in twaalf segmenten onderverdeeld. Astrologische gegevens geven het tijdstip aan waarop medische behandelingen, zoals aderlatingen of het zetten van lavementen, mogen worden uitgevoerd.
Van gissen naar weten
Pas tegen het einde van de 15de eeuw mochten er in beperkte mate dissecties of lijkschouwingen gebeuren. Tot dan werd dit beschouwd als hekserij en kwam je terecht op de brandstapel. Nu gingen ze dus zoeken naar rationele verklaringen tussen de verschillen tussen de anatomische beschrijving van de oude meesters en wat men in werkelijkheid vaststelt. Hieruit blijkt dat er een heleboel elementen niet kloppen. Anatomie of ontleedkunde is de beschrijving van de binnenkant van het menselijk lichaam.
Men stapt ook af van de astrologie en de uroscopie. Verschillende medici gaan zich verdiepen in de medische toepassing van planten en mineralen. Heel wat kruiden die in de keuken worden gebruikt, hebben geneeskundige eigenschappen. Zo wordt tijm gebruikt bij een vastzittende hoest, heeft basilicum een ontsmettende werking en is rozemarijn goed tegen spierpijnen.
Tot op vandaag worden afgeleiden van kruiden verwerkt in medicijnen. Aspirine bijvoorbeeld bevat bestanddelen van wilgen of Salycyn.
Therapie en chirurgie
Tot in de 16de eeuw blijft de humorenleer van Hippocrates de geneeskundige behandelingen beïnvloeden. Zijn stelling was gebaseerd op de sappenleer. In het lichaam bevinden zich vier soorten sappen: bloed, slijm, gele en zwarte gal. indien deze sappen in goede verhouding met elkaar stonden, was men gezond, waren de sappen uit hun evenwicht of was er één bedorven, dan wees dat op een ziekte. De arts moest er dan achter zien te komen bij welk sap of welke sappen er problemen waren, en die door middel van voeding of kruiden oplossen.
De chirurgijnen hechten minder belang aan de humorenleer dan de medici. De talrijke oorlogen bieden hen de kans om medische en chirurgische ingrepen te optimaliseren. Zo verzorgen ze onder meer wonden door kogels, amputaties, breuken enz. Operaties van inwendige organen worden nog steeds vermeden. Algemene verdoving en pijnstillers bestonden nog niet.
De algemene medische therapie bestond uit het latene (bloedlaten), het purgeren (stoelgang bevorderen) en het klisteren (darmspoeling) en het baden.
Ziekten
De tentoonstelling toont hoe de Stad Brugge en de bevolking, inclusief dokters, chirurgijns,
de Kerk, omgaan met pest en lepra, geslachstziekten en geestesziekten.
De pest is geen nieuw verschijnsel maar toch ligt de frequentie van opstoten bijzonder hoog in Brugge. De dokters weten van het bestaan van bacteriën niets af. Zij zijn van oordeel dat de pest wordt veroorzaakt door een pestgif, ontstaan op plaatsen van verrotting. De meest bizarre remedies worden aanbevolen. De pest wordt beschouwd als een straf van God. Mensen zoeken heil en genezing in devotie. Godsdienst biedt een toevluchtsoord. In 1669 flakkert deze dodelijke ziekte voor de laatste maal op.
In tegenstelling tot de pest, is lepra of melaatsheid een chronische ziekte die door misvormingen, open wonden en verlammingen gekenmerkt wordt. Ze worden buiten de stad geïsoleerd. Zij mogen bedelen. In de eerste helft van de 17de eeuw verdwijnt lepra uit het straatbeeld.
Geslachtsziekten waren in die tijd schering en inslag. Gonorroea of druiper was een bekende geslachtsziekte. Maar ook syfilis kwam de kop op steken. Mensen die besmet waren moesten de stad verlaten. Er werden behandelingen uitgevoerd met pokhout. Het afkooksel van dit tropisch hout werd gebruikt als geneesmiddel in die tijd.
Tijdens de middeleeuwen werden geestesziekten als ongeneeslijk beschouwd. Krankzinnigheid zou een straf zijn van God. Genezing was enkel mogelijk als God je hielp.
Conclusie
De tentoonstelling was niet zo toegankelijk. Het was heel technisch. De geneeskunde in het verleden stond centraal. Als je in deze wereld niet thuis bent is het een moeilijke materie. Het is eerder een aanvulling voor personen die al voldoende voorkennis hebben op vlak van geschiedenis en geneeskunde. Aangezien ik niet thuis ben in deze wereld was het voor mij zeker niet eenvoudig om dit museumbezoek om te toveren in een blog. Maar dat noemen ze zeker je 'cultuur plamuren'?
In het begin van de vorige eeuw werd ziekte gezien als een straf van god of moest er gebeden worden voor genezing. Een ziekte werd dus altijd gekoppeld aan het al dan niet geloven.
De kerk hield een wetenschappelijke benadering altijd tegen. Tot dat Hippocrates kwam met zijn sappenleer. De kerk was ervan overtuigd dat dit niet kon ontdekt zijn door een mens maar wel door God. Het pad voor de wetenschappelijke benadering was dus geëffend.
Sinds dat de kerk zich eigenlijk niet meer moeit is de geneeskundige gelanceerd in de vorm zoals wij hem nu kennen. De stelling klopt dus.
Bronnen:
http://foto.brugge.be/events_brugge/tentoonstellingen.html
persmap
http://nl.wikipedia.org/wiki/Memlingmuseum
Encarte encyclopedie
http://www.wnt.inl.nl/iWDB/search?actie=article_content&wdb=WNT&id=M055069
http://www.statenvertaling.net/kunst/biografie/hans.memling.html
http://www.brugge.be/internet/nl/musea/Hospitaalmuseum/Historische_hospitalen_1/index.htm
http://nl.wikipedia.org/wiki/Aderlaten
http://www.comptonhistory.com/compton2/Vesalius.htm
http://nl.wikipedia.org/wiki/Andreas_Vesalius
http://www.aly-abbara.com/museum/medecine/pages_01/instruments_medicaux/uroscope_metula.html
http://www.chrisdenengelsman.nl/Reprocitaat/rembrandt%20en%20de%20engelen-anatomische%20les.htm
http://grenswetenschap.nl/permalink.asp?i=4353
Encarte encyclopedie
http://www.wnt.inl.nl/iWDB/search?actie=article_content&wdb=WNT&id=M055069
http://www.statenvertaling.net/kunst/biografie/hans.memling.html
http://www.brugge.be/internet/nl/musea/Hospitaalmuseum/Historische_hospitalen_1/index.htm
http://nl.wikipedia.org/wiki/Aderlaten
http://www.comptonhistory.com/compton2/Vesalius.htm
http://nl.wikipedia.org/wiki/Andreas_Vesalius
http://www.aly-abbara.com/museum/medecine/pages_01/instruments_medicaux/uroscope_metula.html
http://www.chrisdenengelsman.nl/Reprocitaat/rembrandt%20en%20de%20engelen-anatomische%20les.htm
http://grenswetenschap.nl/permalink.asp?i=4353